Terug naar gebruiksaanwijzingen

1. Beschrijving

Description.png
1.png

Montageplaat

6.png

Aansluitcontact

2.png

Sensor

7.png

Schuifdeksel

3.png

3 LEDs voor de virtuele lussen

8.png

Kabel en stekker

4.png

Drukknop

9.png

Beschermkap (plastic)

5.png

Bluetooth®-LED

10.png

Set van 3 schroeven (M3 - Torx 10)

2. Versies

Plastic versie

Metalen versie

V_-_P.png
V_-_M.png

3. LED-SIGNAAL

LED___Sensor.png
LED_1.png

LED die de status van ‘lus 1’ aangeeft

LED_2.png

LED die de status van ‘lus 2’ aangeeft

LED_3.png

LED die de status van ‘lus 3’ of een FOUT-status aangeeft

LED_4.png

LED die de Bluetooth®-status aangeeft

LED-signalen

LED_G.png

LED is UIT

LED_R_6.png

Rode LED knippert snel

LED_G_copie.png

Groene LED is AAN

LED_V_R.png

Rode en groene LEDs knipperen

LED_BLEU_2.png

Groene LED knippert langzaam

LED_J_4.png

Oranje LED knippert x keer

LED_V_4.png

Groene LED knippert

Led - Lustype

LED_G_copie.png

Aanwezigheidslus: activeert de output als er een object wordt gedetecteerd op de lus die overeenkomt met het geselecteerde type en de geselecteerde richting.

LED_R.png

Beschermingcom__input-dropdown.pngDetectie: activeert output voor elk object.

LED_B.png

Bluetooth® (alleen voor led 4)

4. Tips

Tips voor installatie

check_symbol.png
check_symbol.png
check_symbol.png
check_symbol.png

Test altijd of de installatie correct werkt voordat u de locatie verlaat.

De sensor dient enkel geïnstalleerd te worden door vakbekwaam en gekwalificeerd personeel.

Monteer de montagesteun altijd loodrecht t.o.v. de slagboom.

Gebruik roestvrije schroeven (M4) om de montagesteun te monteren.

Bevestig de montagesteun op de basis met minstens 4 schroeven.

cross_symbol.png
cross_symbol.png
cross_symbol.png

Vermijd trillingen, condensatie en plotselinge of extreme temperatuur-schommelingen.

Bedek de voorkant van het product niet.

Vermijd de aanwezigheid van metalen onderdelen in de directe omgeving van de sensor, die het detectieveld kunnen belemmeren.

Onderhoudstips

check_symbol.png
check_symbol.png
check_symbol.png

Zorg ervoor dat de voorkant gereinigd is.

cross_symbol.png
cross_symbol.png
cross_symbol.png

Vermijd directe blootstelling aan hogedrukreiniging.

De garantie is ongeldig als niet-toegestane reparaties worden uitgevoerd door onbevoegd personeel, of als pogingen daartoe zijn ondernomen.

Breng geen oplosmiddelhoudende of olieachtige producten aan op de sensor.

5. Detectieveld

Detectiebereik

Detection_field_1_v2.png

Toepassingsvoorbeeld - Aanwezigheids- en beschermingsconfiguratiecom__input-dropdown.png

Detection_field_2_v2.png
ICON_R.png

Beschermingcom__input-dropdown.png

ICON_V.png

Aanwezigheid

6. Montage van de sensor

  1. Verwijder de plastic of metalen beschermkap.

    De plastic beschermkap kan u verwijderen d.m.v. een schroevendraaier in de inkeping aan de onderkant van het product te plaatsen en vervolgens naar omhoog te heffen.

    De metalen beschermkap kan u eenvoudig losschroeven.

  1. Verwijder de sensor van de montageplaat. Duw het product omhoog om deze van de montageplaat te scheiden.

M9_copie_3.png
  1. Als de sensor wordt gebruikt om het risico op botsingen te verminderen, is het aanbevolen om het product op een afstand van maximaal 50 cm van de slagboomarm te plaatsen.

M4_copie.png
  1. Plaats de sensor zo laag mogelijk , tussen 30 cm en 70 cm van de rijweg. U kunt het montagesjabloon gebruiken.

M4_copie_9-10.png
  1. Monteer de sensor op de slagboomkast of gebruik de beugel*. Als u de beugel gebruikt, moet de sensor uitgelijnd zijn met de slagboomkast om belemmering van het detectieveld te voorkomen.

M7_2.png
  1. Bevestig de montageplaat volgens uw voorkeur.De montageplaat dient stevig bevestigd te zijn!

M7.png
  1. Bereid de bekabeling voor. Trek de voedingskabel door het gat en laat de connector 10 cm hangen.

  1. Verwijder het schuifdeksel.

    Laat eerst het schuifdeksel zakken, en verwijder deze vervolgens door achter het deksel te trekken.

  1. Sluit de connector aan. U kunt een meegeleverde schroef gebruiken.

    Gebruik indien nodig een bijgeleverde schroef om de connector stevig aan de sensor te bevestigen.

  1. Plaats de sensor op de montageplaat. Plaats eerst de bovenkant en dan de onderkant van het product. Controleer of het product stevig in de montagesteun vastgeklikt zit.

  1. Draai de sensor.

    Afhankelijk van de montagepositie en de richting van de verkeersstroom, kunt u de sensor draaien. Om dit te doen, tilt u de sensor omhoog en draait u hem in de gewenste richting.

7. Accessoires

Artboard_145.png
Artboard_145_copy.png
Artboard_145_copy_2.png
Artboard_145_copy_3.png

BESCHERMKAP

BRACKET

HOUSING

BRACKET & HOUSING

8. De sensor aansluiten (voorbeeld)

Connecting_the_sensor_2_v3.png

Detectie in lus 3 activeert OUT 3

Detectie in lus 2 activeert OUT 2

Detectie in lus 1 activeert OUT 1

Aanwezigheid voor doorgangsbevestiging

Beschermingcom__input-dropdown.png

Aanwezigheid voor activering

Wiring.png

9. Installatie via de app

Scan de QR-code of open de volgende link om de mobiele APP te downloaden en te installeren.

https://play.google.com/store/apps/details?id=com.beasensors.evoloop

https://apps.apple.com/us/app/evoloop/id6474297732

app.png
EVOLOOP_installation_app.png
mob_app_3_1.png

Bij het inschakelen of na een stroomcyclus blijft de Bluetooth® 30 minuten na het laatste gebruik actief, om dan automatisch uit te schakelen.

De witte Bluetooth®-LED knippert (1 Hz).

mob_app_2.png

Open de Evoloop-app en koppel deze aan de sensor. Tijdens het koppelen, knippert de Bluetooth®-LED snel.

mob_app_1.png

Eenmaal gekoppeld, brandt de witte Bluetooth®-LED.

Startpagina

Inleren

Instellingen

Viewer

Diagnose

Artboard_1_copy.png
Artboard_2_copy.png
Artboard_3_copy_4.png
Artboard_4_copy.png
Artboard_5_copy.png

Het Bluetooth®-woordmerk en de Bluetooth®-logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door BEA SA gebeurt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.

10. Installatie via de drukknop

button_.png

Druk 1x

Activering vanuit de inactieve modus - Bluetooth® is geactiveerd. (Wit geknipper)

Druk 1x

Start het inleren wanneer de sensor actief is. (Rood/groen geknipper)

Druk 2x

Start het inleren van de lus wanneer de sensor actief is. (Afwisselend groen geknipper)

Druk > 3 sec.

De servicemodus (de)activeren

11. De sensor sluiten/vergrendelen

Plaats het schuifdeksel terug.

Plaats de beschermkap terug. Gebruik indien nodig de schroef om de kap stevig vast te zetten.

Bij zowel de plastic als de metalen versie kunt u schroeven (TORX 10) gebruiken.

12. Inleren

[Opmerking]Opmerking

Voer het inleerproces uit via de mobiele app of met de drukknop.

[Let op]Let op

Het is noodzakelijk de installatiestappen allemaal en in de juiste volorgde uit te voeren om de sensor correct in werking te stellen en een optimale werking van de slagboom te garanderen.

1. De sensor is gemonteerd. 2. De sensor moet correct aangesloten zijn. 3. De slagboom moet geopend zijn.

Initiële status

Wanneer de sensor nieuw is of als hij gereset is naar de fabriekswaarden, knipperen de oranje LEDs en zijn de uitgangen geactiveerd.

Zorg ervoor dat u buiten het detectiebereik staat en er geen objecten kunnen storen vooraleer u een teach-in start.

ST1.png
  1. Teach-in stappen

  • Teach-in omgeving

Start het inleerproces via de app of druk 1x op de knop. De eerste LED begint rood-groen te knipperen.

ST2.png

Wanneer het inleerproces voor de omgeving succesvol is voltooid!

  • a. Teach-in slagboom: sluiten

    De sensor schakelt zijn uitgangen gedurende 20 seconden uit om het sluiten van de slagboomarm aan te geven. (2 LEDs rood/groen.)

  • b. Teach-in slagboom: openen

    De sensor heractiveert zijn uitgangen gedurende 20 seconden om de opening van de slagboomarm aan te geven. (3 LEDs rood/groen.)

Deze procedure is vereist als de slagboom extra elementen heeft (bv. rok) of langer is dan 4 meter.

[Opmerking]Opmerking

De slagboom en gemonteerde uitrusting (bv. rok) zijn in goede en functionele staat.

ST4.png
  1. Teach-in rand

Zodra het inleren van de giek met succes is voltooid, dient u de lengte van de slagboomarm aan te geven.

Ga tegenover de sensor staan op een afstand die gelijk is aan de lengte van de slagboomarm of de breedte van de weg. Tijdens de wachttijd knipperen de groene LEDs.

ST3.png
  1. Einde

Wanneer u stilstaat, knipperen de LEDs rood om aan te geven dat de sensor uw positie heeft vergrendeld en het inleren met succes is voltooid.

ST5.png

13. Teach-in lussen

[Let op]Let op

Het is noodzakelijk de installatiestappen allemaal en in de juiste volorgde uit te voeren om de sensor correct in werking te stellen en een optimale werking van de slagboom te garanderen.

[Opmerking]Opmerking

Mobiele app Lusconfiguratie is mogelijk via de app

  1. Lusselectie

Selecteer de lus die u wilt configureren door middel van het statisch inleren.

Lus 1, druk wanneer LED 1 brandt

Lus 2, druk wanneer LED 2 brandt

Lus 3, druk wanneer LED 3 brandt

LT1.png
  1. Statische positie inleren (drukknop en app)

Wanneer de groene LEDs langzaam beginnen te knipperen, gaat u naar het midden van de lus en staat u stil. Zodra de rode leds knipperen, is het inleren van de lus met succes voltooid.

De diepte van de lus is standaard ingesteld op 1,5 m en de breedte op de afstand die tijdens het inleerproces voor de rand is geleerd.

L-P_2.png
  1. Walking teach-in (alleen in de app)

Wanneer de groene LEDs langzaam beginnen te knipperen, kan u al stappend de afmetingen bepalen die u gekozen zou hebben bij de installatie van een inductielus.

  • Controleer de afmetingen van de lus in de app.

L-T_3.png

14. Storingen

Led

Status

Uitleg/oplossing

LED_simple.png

De foutled (3) brandt continu

De sensor heeft een intern geheugenprobleem.

Vervang de sensor.

LED_quick_.png

LED 1 - 2 - 3 knipperen oranje

Het product bevindt zich in de initiële status.

Start een inleerproces om de sensor in werking te stellen met behulp van de mobiele app of de knop.

LED_1_1.png

De foutled (3) knippert 1x

De sensor geeft een interne fout aan.

Onderbreek en herstel de stroomtoevoer. Wanneer de LED opnieuw gaat knipperen, vervang dan de sensor.

LED_2_1.png

De foutled (3) knippert 2x

De stroomtoevoer is ontoereikend.

  1. Controleer de stroomtoevoer.

  2. Verminder de kabellengte of vervang de kabel.

De interne temperatuur is te hoog.

Bescherm de sensor tegen mogelijke warmtebronnen (zon, hitte, lucht ...).

LED_3_1.png

De foutled (3) knippert 3x

Interne communicatiefout.

Onderbreek en herstel de stroomtoevoer. Wanneer de LED opnieuw gaat knipperen, vervang dan de sensor.

15. Technische specificaties

Technologie

FMCW, Mowa inside (Microgolf)

Uitgestraalde frequentie

60 GHz

Max. detectieveld

Tot 7m

Uitgestraalde vermogensdichtheid

< 20dBm EIRP

Radar Gezichtsveld

Openingsveld van 140° en 40° in hoogte

Testbody voor bescherming niveau D

Hoekreflector met RCS = 0,17m²

Aanpasbare antennehoek

-20° tot +20 °

Voedingsspanning*

12 – 30 VDC +/-10% - 12-24 VAC +/-10%

Maximaal stroomverbruik

< 3 W

Piekstroom bij inschakeling

1.3A

Kabellengte

3 m (standaard)

Reactietijd

Standaard 100 ms (max. 250 ms)

Testingang

Max. contactspanning Spanningsdrempel

1 optische koppelaar (galvanisch geïsoleerd - polariteitvrij) 30 VDC (beveiligd tegen overspanning) Log. H: > 8 VDC; log. L: < 3 VDC

LED

3 RGB-leds en 1 witte led voor Bluetooth®

Afmetingen

50 mm x 150 mm x 68 mm (vormfactor)

Temperatuurbereik

-25°C tot +55°C **; 0-95% relatieve vochtigheid, niet condenserend

Beschermingsklasse com__input-dropdown.png

IP65 (IEC/EN 60529)

Materiaal

PC / ASA / Aluminium ADC12 – zwarte kleur

Bluetooth®

Bandbreedte: 2.402 MHz – 2.480 MHz Maximaal uitgezonden vermogen: 12 dBm

Uitgangen*

Elektronische relais (galvanisch geïsoleerd – polariteitvrij)

2

Max. schakelspanning

35 VDC / 24 VAC

Max. schakelstroom

80 mA (resistief)

Schakeltijd

tAAN = 5 ms; tUIT = 5 ms

Uitgangsweerstand

Stand. 30 ohm

Spanningsval op uitgang

< 0,7 V @ 20mA

Lekstroom

< 10 µA

Relais

1

Max. schakelspanning

30 VAC / 42 VDC

Max. schakelstroom

1A

Max. schakelvermogen

30 W

[Let op]Let op

*Externe elektrische bronnen moeten dubbelgeïsoleerd zijn van primaire spanning.

** Bij gebruik van wisselstroom is de maximumtemperatuur beperkt tot 50°C.

Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle waarden gemeten onder omstandigheden en bij een temperatuur van 25°C

?